De coronacrisis hakt er behoorlijk in bij het Midden-en Kleinbedrijf. Een derde van de MKB-bedrijven in de industriële sector verwacht op korte termijn in de financiële problemen te komen, blijkt uit een enquête van brancheorganisaties FPT-VIMAG en FME onder honderden directeuren in de maakindustrie. Vraaguitval is een belangrijke reden voor de verslechterde situatie. Daar komt bovenop meer ziekteverzuim, logistieke problemen zoals gesloten grenzen, vertragingen en leveringsonzekerheid.
Uit eerder onderzoek van VNO-NCW en MKB-Nederland onder 112 aangesloten brancheorganisaties bleek dat één op de vijf ondernemers in Nederland als gevolg van de coronacrisis niet aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen. Ook uit deze enquête bleek dat een derde van de bedrijven verwachtte het niet langer dan drie maanden vol te houden.
Drie maanden is veel te kort. Volgens de rapporten “Blijvende economische schade van de coronacrisis” en “Langdurige effecten van de coronacrisis voor de arbeidsmarkt” die het Centraal Planbureau (CPB) enkele maanden geleden publiceerde, zal de economische schade op de langere termijn slechts langzaam herstellen, zelfs in het geval dat het virus binnenkort helemaal onder controle is.
De productiviteitsgroei zal langdurig lager zijn onder meer door verminderde innovatie en investeringen. Ook zal de werkloosheid, na een sterke stijging, pas na ongeveer vijf jaar weer zijn teruggekeerd naar een structureel niveau. Verminderde innovatie en investeringen zijn typisch problemen die pas na een paar jaar aan het oppervlak komen.
Ondernemingen hebben de komende jaren veel cash-geld nodig om de zaak draaiende te houden. De steun van de overheid is in de meeste gevallen lang niet toereikend. Banken staan niet te trappelen om leningen te verschaffen.
Idealiter zouden bedrijven met sterke juridische claims moeten proberen deze te gelde te maken. Maar als ondernemers besluiten te procederen, worden ze direct geconfronteerd met hoge advocaatkosten. Door een gebrek aan geld wordt minder geprocedeerd ook wanneer dat eigenlijk wel zou moeten, omdat een kansrijke claim vrijwel zeker de financiële zorgen zal verlichten.
Procesfinanciering biedt de oplossing. Bij een dergelijke vorm van financiering betaalt een derde partij, zoals Liesker Procesfinanciering, alle kosten van een rechtszaak in ruil voor een vooraf afgesproken percentage van de opbrengst. Alleen bij winst deelt Liesker in de opbrengst, want wij werken op basis van het “no win, no fee”-principe. Bij verlies dragen wij de volledige kosten.